ds. H. Liefting - Nehemia 8 :10c en 11c - Preekaantekeningen (2024)

Het volk Israël hoort, na terugkeer uit Babel, eindelijk weer uit de Torah voorlezen. Het doet hen beseffen dat ze schuldig staan ten opzichte van God. De Geest werkt in hun harten, Nehemia is ‘Klein Pinksteren’ te noemen. Toch wijzen Ezra, Nehemia en de Levieten erop dat het volk niet bedroefd moet zijn: maar zich moeten verheugen in de vreugde van God (en in God). Vier uw vierdagen! Juist in crisistijd, als er zoveel verwarring en angst is, wil Gods vreugde een toevlucht voor ons zijn.

Tranen en vreugde

Gemeente, tranen en vreugde zijn beide emoties. Durven wij die toe te laten in ons leven? Ik moest denken aan het volk Israël. Soms maken ze je jaloers, als ze de emoties toelaten. Bijvoorbeeld bij de Klaagmuur. Als je ze ziet bidden. Of het ‘Feest van de vreugde van de wet’. Ik zal het niet vergeten toen ik ooit in Jeruzalem. Je wordt meegenomen in de vreugde. Kan dat ook, zo blij zijn in de Heere?! Jongeren en ouderen. De vreugde was op hun wet te lezen. Wij zouden er vreemd van op kijken als jongeren met een bijbel in de hand op het grind gaan juichen en zingen. Wij zijn veel te nuchter. Soms lauw. En gesloten. Soms, ik herken dat bij mezelf, kan je verlangen naar authentiek geestelijk leven. De vreugde die van de gezichten is af te lezen.

Voor al in onze tijd. Je leest nu angst en distantie van de gezichten af. In verwarrende tijden als deze hebben we een geestelijke opwekking nodig. De vreugde in de Heere.

Dat zie je in Nehemia 8. Het jaar 444 voor Christus. In Jeruzalem. Een opwekking zou je kunnen zeggen. Te midden van een grote crisis. Het volk was terug. De Perzische koning had Babel ingenomen. Ze mochten terug. Ze waren gegaan. Met tranen. En onder gejuich hadden ze Babel verlaten (Psalm 126). Het volk zong: de Heere heeft bij ons wat groots gedaan. Als ze in Jeruzalem komen, wat vreselijk: alles in puin. Verwoest. Wat een crisis. En vijanden volop. De stad ligt open. En vijanden van binnen uit.

Ik moest denken aan onze tijd: een open samenleving. Virussen kunnen zomaar binnen komen. Een tijd van crisis!

Wat heb je dan nodig? Goede leiders. En daar zorgt de Heere voor. Nehemia wordt gouverneur. Hij zorgt voor herbouw en veiligheid. En er staat prachtig: in 52 dagen de muren zijn herbouwd. In 52 dagen! In hoofdstuk 6 staat er dat dat gebeurde met hulp van de Heere. Hij geeft Nehemia als leider. En Hij zorgt voor de herbouw. Een stuk veiligheid zo.

Maar is dat genoeg? Als je de berichten hoort in de media, lijkt het alsof dat dat genoeg is. Als we het virus maar onder controle hebben. De vijand verslagen, dan genoeg. Veiligheid is maar een ding. We hebben een stuk heiligheid nodig. De Heere is een heilig God.

En dan staat het er heel nauwkeurig: de eerste dag van de zevende maand. Waarom zo vermeld? Wel de eerste dag, de grote dag, waren de nieuwjaarsdagen. Nog steeds. Volgens Leviticus 23 moeten dat feestdagen zijn. Het is een feestdag. Wij moeten niet denken, dat is 1 juli. Israël heeft een andere jaartelling. Nieuwjaarsdag is eind september en begin oktober. De dag begint bij zonsondergang. Vrijdagavond 18 september tot zondagavond 20 september, dat waren de nieuwjaarsdagen.

Het moest een feestdag zijn met bazuingeschal. De dag moest beginnen met de ramshoorn. Mensen moeten opgeroepen worden naar Jeruzalem te komen om naar Gods inzettingen te horen. Dat gebeurt hier. Vers 2 meldt, men komt als een man naar Jeruzalem. Mannen, vrouwen en ook jongeren. Prachtig! Een grote optocht. Ze verzamelen zich bij de Waterpoort. Ieder die het kon begrijpen, staat er. Ik preekte overal, het gebeurde wel dat je ook voorbeelden voor kinderen noemde. Soms is er een optocht voor de preek als ze naar de crèche of zo gaan. Maar jammer is dat. Al snap je niet alles. Ik vind het mooi als ze erbij zijn. Net als ze Engels mee krijgen. Spelenderwijs neem je dat op. Zo is dat ook in kerkdiensten. Uitleggers zeggen dat ze er al vanaf 6 uur stonden. De lezing duurde tot 12 uur. Die kinderen staan erbij! Prachtig. Ze maken dat mee.

De gezichten staan vol verwachting. Er staat een houten verhoging. Wie gaat het woord voeren? Ezra, de schriftgeleerde. Hij had zich verdiept in de Thorah. Eerst was hij achtergebleven in Babel. Jij weet veel van die joodse boeken, jij moet ook naar Israël. En dan gaat hij. Nu klinkt de roep: jij moet gaan spreken. Ja waaruit? De Thorah. Maar waar is die? Zolang niet gebruikt! Er lag een laag stof overheen. Maar hij wordt gevonden. Ezra komt met de Thorah.

Wat een verwachting dan hè! Van de Schrift. Ik herinner me dat van onze jongens. Ze gingen naar de Kerstconferentie. Ik zie nog de verwachting op hun gezichten. De vreugde om daarheen te gaan. Als je zoveel verwachting hebt van het Woord, dan mag je veel ontvangen. Hoe gaan we naar de kerk? Vol verwachting of met een zuur gezicht?

Er is daar honger en dorst naar het Woord. Ezra staat op die verhoging. Hij staat daar met een rol. Hij wordt geholpen met die rollen. Hij gaat lezen, lezen, lezen. 6 uur lang. Er staat een soort kerkenraad om hem heen. En de oren van heel het volk zijn gericht. Het is een openluchtdienst. Ook van de kinderen en jongeren. Het Woord gaat open.

Er komt een stukje liturgie in mee. Het volk blijft staan, eerbiedig. En ze antwoorden: Amen, Amen. Als Ezra leest, dan roepen ze het Amen uit. Ze heffen de handen omhoog. Ze knielen. En buigen neer voor de Heere, vol ontzag. Liturgisch! Prachtig deze openluchtdienst.

Begrijpt iedereen wat hij leest? Er zijn gelukkig Levieten. Er worden mannen aangewezen. Er worden groepjes gevormd. Het is soms nodig dat het vertaald wordt. Ezra leest in het Hebreeuws. De mensen spreken Aramees. Maar het gaat erom dat iedereen het kan verstaan.

Het woord raakt hen. Ze raken verslagen. Ze beginnen te huilen. Wat erg dat we dit zo lang niet hebben gehoord! Wat hebben we veel gemist, al die tijd.

Ik moest denken aan een arm gezin. Ze konden niet rond komen. Kinderen met hongerige magen. Je moet ze elke keer teleurstellen. En later, weten jullie nog, dat voordat opa stierf, dat we dat en dat toen van hem gekregen hebben? Een kist, waar is die? Wat zat erin? Laten we gaan kijken. Op zolder. Die kist staat er. Ze openen de kist, er zitten allemaal goudstukken uit. Ze barsten in tranen uit. Die jaren van armoede, het was niet nodig. Opa had zo gezegd, geniet ervan. Maar ze hadden geen verwachting.

Het volk beseft: wat hebben we veel gemist. We hebben er geen gebruik van gemaakt. De woorden van de wet raken hen diep, als een scherp zwaard. Ze zien de grootheid van hun zonden en hun tekort. Door de woorden worden ze aan hun schuld ontdekt. Wij kunnen makkelijk denken dat die verslagenheid en ontdekking op de Pinksterdag gebeurt. Maar Nehemia 8 kunnen we Klein Pinksteren noemen. De Geest werkte ook. Wat moeten we doen? De Geest overtuigt hun van hun zonden. In hoofdstuk 9 lezen we: ze belijden hun zonden en die van hun vaderen. Ik moest denken aan onze vaderen en aan onszelf. Ik moest denken aan Israël. Wat hebben we als kerk gedaan, tekort geschoten richting Israël. Voorals als kerk. De eeuwen van antisemitisme. Stigmatisering van joden. Geel, als venijnige kleur. De kleur van de haat. Hitler grijpt er op terug. De Jodenhaat. Waar de kerk zich onvoldoende van distantieert. Het loopt uit op dat vreselijke in Auschwitz. Vreselijk. Ze zogenaamde christelijke soldaten: Gott mit uns. Er waren er in de kerk die zich verzetten, maar de grote meute… Wij hebben gezondigd. Ik denk dat we als kerk daarover schuld zouden moeten belijden. Ik ben dankbaar dat die geluiden thans ook klinken. Nationaal berouw.

Toen bij dodenherdenking, afgelopen jaar, 75 jaar herdenking. Onze koning die het voorbeeld gaf. Hij begon over zijn overgrootmoeder. Dat hij dat moeilijk vindt. Dat zij niet genoeg heeft gedaan om Israël te beschermen. Mooi als de overheid daarin het voortouw neemt.

Paulus schrijft dat de zonde levend voor ogen wordt gezien door het gebod. Als de wet klinkt. Dan komen we erachter: we hebben gezondigd. Wij hebben gedaan wat kwaad is. Dan komen er tranen. En droefheid.

Dan komt er een opwekking. Dat hebben we nu ook nodig. Laten we niet denken dat het te laat is of niet kan. Er zijn in de geschiedenis ook geweldige geestelijke oplevingen geweest. Ik denk aan Whitefield. Hij hield openluchtdiensten. Mensen die bewust werden van hun zonden. De Geest werkte ruim. Ze vierden Avondmaal in de open lucht. God heeft toen rijk gewerkt.

Geweldig wat hier gebeurd! Nehemia en Ezra en de Levieten zeggen: huil niet. Waarom? Kom niet te snel met een doekje voor het bloeden. Laat dat berouw staan. Waarom wuiven ze dat weg? Niet omdat ze dat verkeerd vinden. Maar het is niet de goede dag. Het is een feestdag. Een heilige dag. Iedereen is vrij. Men behoort blij te zijn en verheugd in God. De vreugde in de Heere is uw kracht (niet het verdriet over uw zonde).

Er staat zoiets als: onze toevlucht, onze kracht. Je had vroeger wel van die burchten. Zulke sterke muren. Oninneembaar. Laat de vreugde van de Heere zo voor u zijn.

Dat hebben we nodig in onze tijd temidden van angst, verdriet, aanvechting, verwarring. Die vreugde kan er zomaar zijn. In de binnenkamer. Of ’s nachts, als de Heere over komt. Zingen in de nacht! Of tijdens een dienst. Als de Geest werkt en alles weg valt. Dan is de crisis weg. Denk aan Hanna. De Heere denkt aan haar. Mijn hart springt op van vreugde. En Psalm 4, al heb ik lang niet zoveel oogst, toch heb ik meer vreugde dan de anderen. Vreugde in de crisis, dat kan. Of Psalm 68: huppelen van vreugde. En Habakuk. Vreugde in God. Laat die onze kracht zijn. Onze harten opwaarts heffen tot Hem, die in de hemel is.

Vreugde in de Heere, zo vertaal ik het. Er staat eigenlijk: vreugde van de Heere. Ik denk dat dat niet juist is. Het gaat eerst over het berouw. Dan, nee, laat de vreugde van de Heere je kracht zijn. Is onze vreugde zo sterk? Bij ons kan het vriezen en dooien. Bij God is de vreugde er altijd. Hij kan ook bedroefd zijn, maar hoe kijkt Hij naar Zijn kinderen? Door het transparante bloed van Zijn Zoon. Hij ziet geen vlek of rimpel. Alsof ze nooit een zonde gekend of gedaan hebben. Ze worden aangespoord die vreugde van God te kennen. De vreugde van God in ons. Wij kunnen God zo zien als Iemand zien als het boze oog. Die alles ziet. God is altijd ontevreden. Altijd onder de maat. Maar zo is het niet. Als we delen in de verzoening, kijkt God met vreugde. Wat geweldig! We worden opgeroepen deze vreugde te kennen.

Het woord vond daar ingang. Was het een echte opwekking? Ja. In het volgende hoofdstuk komen ze weer bijeen. Weer uit de wet horen. Ze doen er onderzoek in.

In vers 13 worden ze naar huis gestuurd om te eten en te drinken – iets lekkers. Laten er feestdagen zijn in uw leven. Vier uw vierdagen. Het contact tussen de Heere en Zijn volk wordt vaak afgebeeld als een maaltijd. Het is Zijn vreugde om uit te delen. Psalm 127 roept op niet alleen maar brood der smarten te eten. Of altijd zuur door het leven te gaan. Pinksteren: samen, met vreugde en in eenvoud van harten te eten. Paulus zegt: verblijd je altijd, ook in crisistijd, in de Heere. Die vreugde loopt uit op de vreugdemaaltijd van de volken. De Heere zal uitdelen. De bruiloft is gekomen. Of eeuwige vreugde of eeuwige tranen. Aan de Heere zal het niet liggen. Laat ons gebed zijn, Heere werk in ons hart, doe ons leven tot vreugde van U. En vanuit de vreugde in U.

Amen.

Psalmzingt, Godsgunstgenoten,geeft,
GeeftlofdenHEER, dieeeuwigleeft;
Zijn vlekkelozeheiligheid
Zijtergedachtenisverbreid.
Een ogenblikmoog’onsdoenbeven;
Zijn gunst verduurteeneeuwigleven.

Gij hebt mijnweeklachtengeschrei
Veranderdin eenblijdenrei;
Mijn zak ontbonden,en mij weer
Metvreugdomgord;opdatmijneer
Niet zwijg’. ZoklimtUwlofnaarboven;
Mijn God, Uzalikeeuwigloven.

– Psalm 30 vers 3 en 8 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 11 oktober 2020, 9:30 uur. Schriftlezing: Nehemia 8:1-13.

Reacties zijn gesloten.

ds. H. Liefting - Nehemia 8 :10c en 11c - Preekaantekeningen (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Mr. See Jast

Last Updated:

Views: 6520

Rating: 4.4 / 5 (55 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Mr. See Jast

Birthday: 1999-07-30

Address: 8409 Megan Mountain, New Mathew, MT 44997-8193

Phone: +5023589614038

Job: Chief Executive

Hobby: Leather crafting, Flag Football, Candle making, Flying, Poi, Gunsmithing, Swimming

Introduction: My name is Mr. See Jast, I am a open, jolly, gorgeous, courageous, inexpensive, friendly, homely person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.